Social media & mond tot mond reclame

social media tree

Om de kracht van social media te begrijpen, moet je begrijpen hoe de oudste vorm van reclame werkt: mond tot mond reclame. Het fenomeen bestaat al zolang als mensen kunnen praten. En zelfs daarvoor was het vast niet ongebruikelijk om positieve ervaringen met vrienden en familie te delen: “Da’s een lekker stukje vlees!” en “Aan die boom groeien lekkere appels!” (in gebarentaal).

Social media
Stel: je werkt op een marketingafdeling en je denkt na over de inzet van social media. Hoe werkt social media precies? Waar moet ik mee beginnen? Wat moet ik wel doen en wat vooral niet? Realiseer je dan dat een social media platform als Hyves niks anders is dan een plek waar vrienden en familie informatie en ervaringen met elkaar delen. Net als in de kroeg, bij de sportvereniging of tijdens de zoektocht naar voedsel in de prehistorie.

Hyves, Facebook en Twitter
We delen dus informatie en ervaringen via social media platforms als Hyves, Facebook en Twitter. Hoe zorg je er dan voor dat positieve ervaringen die mensen met jouw product hebben, gedeeld worden via social media? Het antwoord: verplaats je in je klant en denk na over het ‘waarom’: waarom zou ik een ervaring met een product willen delen? En met wie?

social media tevreden klantTevreden klanten
Stel dat ik een klant ben van een grote Japanse autoproducent. Ik ben enorm tevreden met mijn bolide want hij laat me nooit in de steek. Ik heb zelfs een band met mijn auto opgebouwd omdat hij me altijd veilig en droog op de plaats van bestemming brengt. Als een vriend mij op een verjaardag vraagt wat voor auto hij het beste kan kopen, zal ik hem zeker adviseren om ook zo’n Japanner te kopen.

Ervaringen op internet delen
Had die vriend ook op andere manieren te weten kunnen komen dat ik goeie ervaringen heb met Japanse auto’s? Wel als ik die positieve ervaring gedeeld had via mijn online netwerk op bijvoorbeeld Facebook of Hyves. Als het bewuste Japanse merk mij had gevraagd om lid te worden van hun Facebook of Hyves groep, had ik die uitnodiging waarschijnlijk geaccepteerd. Zeker als ik via die groep als eerste op de hoogte gesteld word van interessant nieuws, leuke acties en goeie aanbiedingen.

Communities
Als ik lid word van zo’n groep (een Hyve of een Facebook Fanpage), kunnen al mijn vrienden dat zien. Bijvoorbeeld in een overzicht met wat je vrienden aan het doen zijn of meegemaakt hebben. Of in het overzicht met mijn favoriete merken op mijn profielpagina. Vrienden die zien dat ik lid ben van die groep, kunnen ervan uitgaan dat ik fan ben van dat Japanse automerk en dat ik daar goede redenen voor heb. Anders zou ik die informatie niet delen.

Profielpagina’s
Een stap verder. Ik ben klant van dat automerk. Dat automerk weet dat ik klant ben en heeft mijn e-mailadres. Ik ontvang een e-mail waarin het automerk een leuke actie communiceert: “Voeg dit spelletje middels een gadget toe aan je profielpagina op Hyves of Facebook, speel het spelletje met je vrienden en maak samen kans op een reis voor 5 personen naar Japan!” Mmm, dat vind ik best een leuke actie en dat spelletje ziet er ook leuk uit. Weet je wat, ik voeg de gadget van mijn favoriete automerk toe aan mijn profiel!

Ambassadeurs
social media tatooNu ben ik dus samen met andere tevreden klanten lid van een community. Tevreden klanten die hun favoriete automerk via hun favoriete platform volgen en informatie delen met hun vrienden. Verder heb ik een gadget aan mijn profiel toegevoegd omdat ik de inhoud – bijvoorbeeld het spelletje – leuk vind. En natuurlijk omdat ik graag met vrienden naar Japan wil. Veel mensen in de communicatiebranche zouden mij nu een ‘brand ambassador’ noemen. Iemand die een vorm van mond tot mond reclame maakt voor zijn favoriete merk. En is dat niet wat we als marketeers allemaal willen?

GD Star Rating
loading...
GD Star Rating
loading...

Hogeschool Utrecht vraagt studenten om hulp bij social media

social media hu

Ook kennisinstellingen ontdekken social media. De huidige student is opgegroeid met sociale netwerken en social media is voor hem of haar dan ook eerder gangbaar dan ‘iets nieuws’. Maar wat moet een hogeschool of universiteit met social media? Hoe kunnen zij social media optimaal inzetten? Welke kanalen? Wat voor soort informatie en hoe ga je om met reacties?

De Hogeschool Utrecht vraagt het aan … de student zelf.

 

-

De Battle van de Hogeschool Utrecht

“De HU ziet mogelijkheden om via bestaande online netwerken en social media een relatie op te bouwen met studenten zodat zij na afloop van hun studie verbonden willen blijven aan de HU.” zo staat geschreven in de omschrijving van de Battle die de Hogeschool Utrecht heeft uitgezet bij Battle of Concepts. De HU roept studenten op om mee te denken. De vraagstelling:

“Voor de HU is het van belang om een relatie op te bouwen met de huidige studenten die langer duurt dan de studieperiode van 4 jaar, wellicht zelfs een leven lang! Maar hoe doe je dat?”.

Hoe doe je dat?

De Hogeschool Utrecht is niet de enige die met social media bezig is. Zo hebben steeds meer hogescholen en universiteiten wel een pagina met links naar de kanalen waar zij actief zijn, zoals de Universiteit van Birmingham. In Nederland organiseerde de Avans Hogeschool onlangs nog samen met KPN een event over social media waar ruim 250 mensen op afkwamen. Daarnaast, bij zoeken op ‘twitter’ of ‘facebook’ + de naam van een kennisinstelling kom je altijd wel ergens uit.

Een oerwoud van social media en kennisinstellingen

Van de Hogeschool Utrecht zelf is ook een Twitter Account waar berichten van HU Media en het HU blad Trajectum worden doorgeplaatst. Overigens heeft Trajectum ook weer een Twitter Account (nu ruim 600 volgers) en Facebook Fanpage (nu 43 fans). Daarnaast vind je na een korte zoektocht op Google nog een Twitter account van de Hogeschool Utrecht te Amersfoort en eentje van Utrecht (zonder Tweets). Opvallend is dat in de Twittergids top 100 in categorie hogescholen een student van de Hogeschool Utrecht (Simon Vreeman, nummer 7) hoger genoteerd staat dan Trajectum (14) en de vestiging in Amersfoort (72). Deze student heeft bovendien ook meer volgers. Zou het een idee zijn om deze student pro-actief te benaderen voor deze Battle? Verder vinden we op Hyves ook een Hogeschool Utrecht Hyve (die echter niet wordt beheerd door de HU zelf) en zijn er nog allerlei groepen op Facebook, LinkedIn en Hyves van faculteiten en andere gegroepeerde studenten.

Zoals hierboven al duidelijk wordt, circuleert er al veel content via social media over kennisinstellingen maar is dit niet vanuit de kennisinstellingen zelf geïnitieerd. Hierdoor is het enerzijds lastig hier vat op te krijgen maar ook om ‘officiële’ berichten te verspreiden. Daarnaast kan je concluderen dat de bijna 6000 leden van de Hogeschool Utrecht Hyve wel een merk uitdragen op hun profiel. Wat kan de HU voor deze leden betekenen? En hoe?

Win geld met je oplossing

Met € 5000,- prijzengeld hoopt de HU dat studenten hun ideeën kenbaar maken en daar natuurlijk ook nog eens geld mee verdienen. Ook als je niet-student of alumnus van de Hogeschool Utrecht kan je aan deze Battle meedoen. Het gaat de HU, zoals in de Battle omschreven, vooral over het inzetten van social media om alumni aan zich te binden, te voorzien van bruikbare informatie en uiteraard mee in contact te blijven nadat ze hun diploma hebben gehaald. De Hogeschool Utrecht heeft gekozen, geheel in de gedachte van ‘social media’, voor een Open Battle. De concepten zijn na de deadline door iedereen in te zien. Ook voor andere hogescholen.

Heb je een goed idee waarmee de Hogeschool Utrecht social media kan inzetten? Stuur je idee in en maak kans op het € 5000,- prijzengeld!

GD Star Rating
loading...
GD Star Rating
loading...

Online reputatiemanagement en social media – Ben ik hot or not?

Social-media-trends

Met de razendsnelle opkomst van social media platforms als Hyves, Facebook, Twitter en LinkedIn en het massale gebruik door de internettende medemens, zijn we steeds meer informatie over onszelf prijs gaan geven. Mits je er voor zorgt dat de informatie die je online zet alleen zichtbaar is voor de mensen met wie je de informatie wilt delen, kan je er je voordeel mee doen. Maar dan moet je er wel voor zorgen dat je online goed ‘uit de verf’ komt.

Het Amerikaanse onderzoeksbureau PewInternet heeft een rapport gepubliceerd over de manier waarop mensen omgaan met hun online reputatiemanagement. Hoe houden we onze online reputatie in de gaten? En wat doen we eraan om onze reputatie te ‘onderhouden’? En hoe verhouden de uitkomsten van het onderzoek zich ten opzichte van 4 jaar geleden, toen een site als Facebook net twee jaar bestond en nog veel kleiner was?

Jezelf googelen

Opvallend is dat inmiddels ruim 57% van de internetters zichzelf Googled. Een prima manier om uit te zoeken waar je naam allemaal opduikt. En of dat wel plaatsen zijn waar je gevonden wilt worden. Natuurlijk worden de uitkomsten minder relevant als je een vaak voorkomende naam hebt. 62% van de mensen die zichzelf opzoekt middels een zoekmachine, komt er dan ook achter dat de meeste zoekresultaten geen betrekking hebben op hun eigen persoon.

Als we het hebben over online reputatiemanagement, is online daten een mooi voorbeeld. Je wilt immers goed voor de dag komen als je jezelf als ‘beschikbaar’ opgeeft bij een dating site, zowel op je profielpagina van de dating site als elders op het world wide web. 34% van de mensen die online daten gaat namelijk op internet op zoek naar meer informatie over hun date. Ook als je gaat solliciteren mag je tegenwoordig verwachten dat de persoon die jouw sollicitatie in behandeling neemt, onderzoek doet naar je online reputatie. Oppassen dus met het plaatsen van foto’s op social media sites waarop je jezelf wellicht van een minder positieve kant terugziet.

Taggen

Over foto’s gesproken: het ‘taggen’ van foto’s is in een korte tijd enorm populair geworden. Leuk toch dat als je een foto ziet en je muis over de gezichten beweegt, je te zien krijgt wie die mensen zijn? En ook heel fijn dat je op je eigen profielpagina opeens linkjes aantreft naar foto’s op andere profielen waar jij op staat, toch…? Volgens het onderzoek geldt dat in ieder geval niet voor iedereen want 30% van de respondenten neemt de moeite om die ‘tags’ te verwijderen zodat hun eigen persoon niet meer te herleiden is tot bepaalde foto’s.

Tot slot nog twee opvallende zaken uit het rapport: 56% van de internetters is actief in het ‘unfrienden’; het verwijderen van vrienden uit je vriendenlijst zodat ze geen toegang meer hebben tot de informatie op je profiel. Daarentegen is het percentage mensen dat zich zorgen maakt over de informatie die over hen te vinden is op internet afgenomen van 40% in 2006 tot 33% in 2010.

Vindbaar vs onvindbaar

67% van de internetters maakt zich dus geen zorgen over hun online reputatie. En als je zorgvuldig omgaat met de informatie die je plaatst, de tags in de gaten houdt en je je profiepagina’s alleen toegankelijk maakt voor mensen met wie je informatie wilt delen, is er ook weinig aan de hand. Sterker nog, met goed online reputatiemanagement heb je een streepje voor op anderen, of het nu tijdens het solliciteren of tijdens het daten is. Want wat stel je nog voor als je nauwelijks vindbaar bent?

Het volledige onderzoek vind je hier.

GD Star Rating
loading...
GD Star Rating
loading...

Social media verslaving en twitteren tijdens je slaap (Onderzoek)

social-media-slapen

Wie geen email account heeft, hoeft ook zijn email nooit te checken. Een ‘wijze spreuk’ die een aantal jaren geleden nog opging, maar tegenwoordig zijn er social media platforms die ook om aandacht vragen. Facebook, Twitter, blogs en ander social media plekken waarop mensen actief zijn en berichten zouden kunnen ontvangen. Als je vroeger geen tijd had om je email 5 keer per dag te controleren, onder wat voor stress moet je dezer dagen dan staan?

Mensen twitteren zelfs tijdens het slapen. Althans dat zijn de uitkomsten van een nieuw onderzoek onder 1000 internetgebruikers, uitgevoerd door de consumenten site Retrevo.com. 48% van de deelnemers aan het onderzoek gaven toe dat ze hun Twitter- en Facebook account checken nadat ze naar bed zijn gegaan. Vervolgens zegt maar liefst 42% dat het checken en updaten van hun social media profielen het eerste is wat ze doen ‘s morgens. 8% hiervan, ouder dan 25 jaar, ligt hierbij zelfs nog in bed.

Opvallend is ook dat 40% van de sociale netwerkers het niet erg vinden gestoord te worden wanneer ze eigenlijk druk zijn met andere zaken. Zo is 32% van mening dat een sms-bericht een welkome afleiding is tijdens een maaltijd en 7% zegt zelfs te stoppen tijdens een vrijpartij om even een blik op een update te kunnen werpen! Gelukkig is de romantiek van weleer nog niet helemaal verdwenen; 62% van de personen ouder dan 25 jaar zegt namelijk het helemaal niet leuk te vinden om tijdens welke activiteit dan ook onderbroken te worden.

Social media verslaving

Ondanks dat internet-verslaving niet opgenomen is in de laatste update van het diagnostische handboek van de American Psychiatric Association, stellen de onderzoekers van Retrevo dat naar aanleiding van dit onderzoek het wenselijk is het gedrag waartoe social media leidt bij mensen wel nader bekeken dient te worden.

Andrew Eisner, directeur van Community & Content bij Retrevo zegt hierover: “Wij hebben niet de bevoegdheid dit een societal, een social media crisis, te noemen, maar als bijna de helft van social media gebruikers zegt Facebook en Twitter gedurende de nacht of zodra ze wakker worden te raadplegen, kan je jezelf afvragen of deze mensen niet aan een vorm van social media verslaving leiden.”

Zorgt social media hiermee over een aantal jaren voor een speciale psychologietak? Komen er straks minors of misschien zelfs masters waarin psychologie studenten kunnen afstuderen met een specialiteit in ‘social media verslaving’? De toekomst zal het hoe dan ook uitwijzen…

GD Star Rating
loading...
GD Star Rating
loading...

Facebook valt aan: Alle pijlen gericht op Hyves

facebook-hyves-social-media

Sinds vandaag is het in Facebook mogelijk je Hyves vrienden te vinden die ‘ook al zijn overgestapt’. Niet alleen is dit een directe aanval op Hyves, maar laat Facebook ook zien zich meer op nationaal niveau te gaan bemoeien met sociale netwerken.

Steeds vaker moet Hyves zich verdedigend opstellen in de strijd om ‘de plek voor mijn vriendenkring’. Het Amerikaanse Facebook is wereldwijd veruit de grootste met ruim 400 miljoen gebruikers. Het netwerk dat ooit begon als online smoelenboek op Harvard, is inmiddels uitgegroeid tot een van de belangrijkste spelers op internet.

In eerste instantie was Facebook voor veel Nederlanders de plek om contact met internationale vrienden te onderhouden en daarmee vooral gebruikt door Erasmusstudenten die in het buitenland studeerden of hadden gestudeerd. Sinds mei 2008 is Facebook echter, naast vele andere talen, ook volledig in het Nederlands beschikbaar. Daarmee werd Facebook een directe concurrent voor Nederlandse sociale netwerken als Huves of Schoolbank. Voor nieuwkomers in sociale netwerken die voorheen automatisch naar Hyves zouden gaan, was nu ook Facebook een serieuze optie.

Als de meeste van je vrienden op Hyves zitten en slechts enkele op Facebook, dan zal je sneller geneigd zijn om naar Hyves te gaan of een account op beide netwerken te onderhouden. Met een nieuwe service die het makkelijk maakt je vrienden vanuit Hyves op Facebook te vinden, laat Facebook zien dat de ‘vriendenkring van Hyves’ wil binnenhalen.

Betalen met Hyves

Op hetzelfde moment kondigt Yme Bosma (Hyves management) bij Radio Online aan dat het al vaker aangekondigde ‘betalen met Hyves account’ nu binnenkort ook daadwerkelijk wordt gelanceerd. Zou dit een massale leegstroom kunnen voorkomen?

(edit: 7 maart: Yme reageert op Twitter: “Ik zie het maar als een compliment van FB;-)” )

GD Star Rating
loading...
GD Star Rating
loading...

BBC verplicht medewerkers social media te gebruiken

Peter Horrock, directeur BBC World Service, heeft zijn journalisten sinds kort min of meer opgelegd meer gebruik te gaan maken van social media.

Horrock is hier meer dan serieus in zoals te lezen valt in een interne BBC publicatie hierover:

“This isn’t just a kind of fad from someone who’s an enthusiast of technology. I’m afraid you’re not doing your job if you can’t do those things. It’s not discretionary. If you don’t like it, if you think that level of change or that different way of working isn’t right for me, then go and do something else, because it’s going to happen. You’re not going to be able to stop it.”

Dit is nogal een statement wat Horrock maakt betreffende het gebruik van social media. Men moet dan ook niet raar opkijken wanneer BBC artikelen voortaan interviews bevatten die gehouden zijn via Facebook. Het is zelfs mogelijk dat belangrijke mededelingen gemaakt op Twitter, zullen worden verwerkt in de headlines. Van belang is uiteraard vooral dat de BBC de bronnen op een correcte manier blijft controleren.

Er is echter één detail dat aan de uitlatingen van Horrock een beetje een ironische ondertoon toevoegt. Een jaar geleden namelijk gebruikte Horrock zelf Twitter, om een aantal promoties met een collega te bespreken. Deze discussie bleek echter niet privé, maar publiek te zijn gehouden. Niet erg netjes dus, aangezien alle medewerkers het zo live konden meelezen. Een les die de BBC medewerkers in ieder geval niet hoeven te leren.

GD Star Rating
loading...
GD Star Rating
loading...
UA-9036473-24